De definities van SBR-wonen zijn geschreven volgens de sectorstandaard van CORA en VERA. Alle opvraagvelden in de dVi en de dPi worden beschreven als prestatie-indicator. Ieder van die indicatoren heeft een vaste opbouw.
Een prestatie-indicator (PI) bestaat uit één of meer kengetallen (KG). Een formule geeft aan hoe die kengetallen in de prestatie-indicator gebruikt worden.
Elk van de kengetallen bestaat uit een rekenregel (RR) en één of meer bedrijfsregels (BR). De rekenregel vertelt wat er berekend moet worden (bijvoorbeeld: het aantal eenheden). De bedrijfsregels beschrijven onder welke voorwaarden de rekenregel uitgerekend moet worden (bijvoorbeeld: alleen woningen of alleen eenheden in exploitatie).
Dimensies (DI) geven aan op welke manier een prestatie-indicator kan worden uitgesplitst. Bijvoorbeeld naar DAEB/Niet-DAEB of naar soort eenheid. Om prestatie-indicatoren te groeperen worden ordeningen (OO) gebruikt.
Iedere element wordt in het portaal van SBR-wonen eenmalig gedefinieerd. Daarna kan dat element in iedere definitie opnieuw gebruikt worden. Zo wordt bijvoorbeeld de bedrijfsregel ‘De eenheid is een zelfstandige woongelegenheid’ in heel veel indicatoren gebruikt en overal betekent de bedrijfsregel precies hetzelfde. Daarom heeft ieder element een eigen, uniek nummer.
U kunt alle definities bekijken. Een korte toelichting op de presentatie van de definities staat hieronder: